Het kabinet heeft de uitwerking van het Pensioenakkoord naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarmee is er een volgende stap genomen in de grote wijziging van ons pensioenstelsel. Als de Tweede en Eerste Kamer dit jaar akkoord gaan zijn de regels per 1 januari 2023 van kracht. Dan kunnen werkgevers, ondernemingsraden en werknemers starten met overleg hoe de overgang naar het nieuwe stelsel wordt gerealiseerd.
Het pensioenakkoord moet ervoor zorgen dat de pensioenen beweeglijker en beter aansluiten bij de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering sneller omhoog en andersom ingeval het slechter gaat met de economie.
Bij instemming van de Tweede en Eerste Kamer zal dus niet de pensioenuitkering maar de beschikbare pensioenpremie het uitgangspunt. Het gaat dan om een beschikbare premieregeling waarbij een gelijke premie voor alle leeftijden gaat gelden (vlakke premie). De fiscaal maximale premie is vooralsnog vastgesteld op 30 % van de pensioengrondslag en wordt telkens voor een periode van 5 jaar opnieuw vastgesteld.
Saillant detail is dat bestaande beschikbare premieregelingen met een leeftijdsafhankelijke premiestaffel actief op 31 december 2022 mogen worden voortgezet. Op nieuwe werknemers, in dienst getreden op of na 1 januari 2027 is de vlakke premie verplicht van toepassing. Het overgangsrecht geldt ook – weliswaar beperkter – voor bestaande eind- en middelloonregelingen bij een verzekeraar. De stijgende premie mag worden behouden echter dient de eindloon- of middelloonregeling te worden omgezet naar een premieregeling.
In het Pensioenakkoord wordt eveneens stilgestaan bij de onderwerpen, namelijk:
Het nieuwe pensioenstelsel vraagt dus de inzet van werkgevers, werknemers en eventueel ondernemingsraden. De transitie betekent immers een wijziging van de pensioenovereenkomst. Belangrijk element in het Pensioenakkoord is dat werkgevers een transitieplan dienen op te stellen. In dat transitieplan moeten elementen zoals contractkeuze, het premieniveau, invaren en de compensatieregeling betrokken worden. Ook zal de OR betrokken moeten worden bij de wijziging van de pensioenovereenkomst. Afsluitend moet er voor de werknemers een persoonlijk overzicht worden opgesteld dat inzicht geeft in het pensioen vóór en ná de wijziging. Ook deze groep zal veelal haar instemming moeten geven.
Wilt u weten wat het Pensioenakkoord voor u als werkgever betekent en wat er allemaal verwacht wordt? Neem dan contact op met Michel van der Zwan (m.zwan@crowefoederer.nl).