- Multilateraal instrument van toepassing op het NLD-BE-belastingverdrag uit 2001
In de nieuwsbrief van juli 2021 gaven wij aan dat Nederland en België al lange tijd aan het onderhandelen zijn over een nieuw belastingverdrag. In 2022 is een ambtelijke overeenstemming bereikt tussen de Nederlandse en Belgische ambtenaren over een nieuw belastingverdrag tussen Nederland en België. Nederland streeft naar ondertekening van het definitieve belastingverdrag later deze maand. Van de exacte inhoud van het verdrag is nog geen informatie vrijgegeven. Naar alle waarschijnlijkheid zal het pensioen artikel wijzigen.
- Regeling sociale zekerheid inzake thuiswerken van grensarbeiders
In onze nieuwsbrief van februari van dit jaar gaven wij aan dat de regeling inzake de sociale zekerheid voor thuiswerkers is verlengd tot 1 juli 2023. De Europese Commissie heeft dit jaar in maart een nieuwe overeenkomst gesloten, de zogenaamde kaderovereenkomst voor telewerkers. Er is sprake van telewerken wanneer een werknemer op afstand werkt en via een IT-connectie verbonden blijft met de werkomgeving van de werkgever. Dit kan van toepassing zijn wanneer een werknemer thuiswerkt.
De EU-kaderovereenkomst zorgt ervoor dat werknemers sociaal verzekerd kunnen blijven in het land waar de werkgever gevestigd is middels een opting-inmogelijkheid in het geval de werknemer voor meer dan 25%, maar minder dan 50%, in de woonstaat thuis werkt. Indien er minder dan 25% in de woonstaat thuis wordt gewerkt, dan was en is de werknemer op basis van de EU Verordening voor sociale zekerheid sowieso verplicht verzekerd onder het sociale zekerheidsstelsel van de staat waarin de werkgever is gevestigd. De regeling stelt, naast het maximale percentage dat vanuit huis gewerkt kan worden, de volgende overige voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de opting-inmogelijkheid en om op die manier niet in de woonstaat, maar in de staat waar de werkgever is gevestigd, verplicht verzekerd te blijven/zijn:
– de werknemer heeft enkel één of meer werkgevers in dezelfde lidstaat; en
– de werkzaamheden in het woonland van de werknemer bestaan alleen uit telewerken vanuit huis; en
– er worden geen structurele werkzaamheden in een derde lidstaat (naast de woonstaat en de staat waar de werkgever gevestigd is) uitgevoerd.
Daarnaast dient er door werkgever en werknemer gezamenlijk een A1 verklaring te worden verkregen van de sociale zekerheidsautoriteiten van de woonstaat van de werknemer.
Effectief betekent dit dat werknemers woonachtig in Nederland of België die in dienst zijn bij een in respectievelijk België of Nederland gevestigde werkgever effectief minimaal 50% of meer in het land waar de werkgever is gevestigd moeten werken, om sociaal verzekerd te kunnen blijven in het land waar de werkgever is gevestigd, indien vanuit huis telewerken plaats vindt. In alle andere gevallen, geen telewerken en meer dan 25% in woonland werken of minder dan 50% werkzaam in het land waar de werkgever is gevestigd, zal de werknemer verplicht verzekerd zijn of worden in het woonland.
Deze materie raakt veel werknemers die in de grensstreek van Nederland/België over de grens werken (zogenaamde grensarbeiders) en is dus belangrijk om te bepalen welke actie nodig is:
– Geen actie nodig omdat de werknemer reeds minder dan 25% werkt in het woonland. Derhalve is de werknemer verplicht verzekerd in de staat waar de werkgever gevestigd;
– Actie nodig (indien verzekeringsplicht in woonstaat onwenselijk is) wanneer de werknemer telewerkt vanuit huis en 50% of meer werkt in het land waar de werkgever gevestigd is (A1 aanvragen op basis van de opting-inregeling);
– Actie nodig wanneer a) de werknemer niet telewerkt in de woonstaat en meer dan 25% in de woonstaat werkt of b) wel telewerkt in de woonstaat en minder dan 50% in het land werkt waar de werkgever is gevestigd (o.a. afdragen van premies in de woonstaat door de werkgever middels een, op te zetten, salarisadministratie in de woonstaat).
De kaderovereenkomst treedt per 1 juli 2023 in werking. Nederland, Duitsland en België hebben deze overeenkomst inmiddels ondertekend. Let wel, er is door Nederland ook getracht om een soortgelijke thuiswerkregeling overeen te komen met betrekking tot het belastingverdrag met België. Dit is echter niet gelukt, omdat er simpelweg meer in België wonende werknemers zijn dan omgekeerd, waardoor momenteel door het thuiswerken meer belastingheffing in België plaats vindt.
- Schumacker-arrest onverenigbaar met vrij personenverkeer in de EU?
Een bronstaat, een EU-lidstaat waar het inkomen verdiend wordt, moet rekening houden met de persoonlijke en gezinssituatie van een belastingplichtige uit een andere EU-lidstaat. Het is altijd de vraag in welk land persoonlijke aftrekposten in mindering mogen worden gebracht. Een basis-arrest omtrent deze situatie is het Schumacker-arrest. Hierin is bepaald dat werknemers die meer dan 90% van het inkomen in een ander land dan het woonland verdienen, niet anders behandeld mogen worden dan een inwoner van dat bronland. Wanneer wordt voldaan aan de 90%-eis is in Nederland sprake van een kwalificeren buitenlandse belastingplichtige.
In de praktijk is over deze materie veel discussie. In een arrest dat door de Hoge Raad moet worden beoordeeld, heeft belanghebbende inkomen uit Nederland en Frankrijk. Het Frans inkomen is effectief niet belast in Frankrijk door het toepassen van een belangvrije som. Nederland houdt geen rekening met aftrekposten, aangezien belanghebbende niet voldoet aan de 90%-eis van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.
Advocaat-Generaal (A-G) Wattel heeft ten aanzien van dit arrest in april 2023 geconcludeerd dat de Schumacker- jurisprudentie onverenigbaar is met het EU-recht, onder andere omdat zij in strijd is met de EU-basisregel van vrij personenverkeer. De A-G geeft aan dat Nederland verplicht is tot nationale behandeling ongeacht het percentage van het inkomen dat aan Nederland is toegewezen. Nederland dient volgens de A-G buitenlands belastingplichtigen fiscaal overeenkomstig te behandelen als binnenlands belastingplichtigen. De A-G vermeldt daarnaast overwegingen om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie. Het is nu afwachten wat de Hoge Raad hierover gaat beslissen. Uiteraard houden wij u middels onze nieuwsbrief hiervan op de hoogte.
- Toegankelijkheid UBO-register
In onze nieuwsbrief van februari dit jaar hebben wij gesproken over vorderingen omtrent het UBO register. Naar aanleiding van het arrest van 22 november 2022 van het Hof van Justitie zijn in Nederland en België de UBO registers niet meer openbaar.
Op dit moment hebben zowel in Nederland als in België bevoegde autoriteiten weer toegang tot het register. De autoriteiten die toegang willen hebben, dienen een zogenoemd legitiem belang aan te kunnen tonen. Er is in elk geval sprake van een legitiem belang indien het belang verband houdt met de strijd tegen witwassen, de financiering van terrorisme, corruptie, fiscale misdrijven en fraude.
Zijn er vragen, laat dit dan weten bij de België Desk:
Wim Smeets
+31 (0)6 – 23 24 19 44
w.smeets@crowefoederer.nl
Marc Ubaghs
+31 (0)6 – 19 31 32 26
m.ubaghs@crowefoederer.nl
Rens van Oers
+31 (0)6 30 70 94 20
r.oers@crowefoederer.nl
Anke Beunen
+31 (0)6 – 20 22 92 45
a.beunen@crowefoederer.nl