Met een politiek die steeds verder versnipperd raakt, wordt lobbyen belangrijker. En aan wie kan dat beter worden toevertrouwd dan aan twee oud-Kamerleden? Als politieke dieren, zoals Bert Bakker en Martijn van Helvert zichzelf noemen, kennen ze de weg in Den Haag op hun duimpje. Ze weten precies wat ze bij wie en waar en wanneer onder de aandacht moeten brengen. Sinds kort zijn ze eigenaren van Meines Holla & Partners.

De overname is nog redelijk vers, en er is sindsdien nog niet zoveel veranderd bij Meines Holla & Partners in Den Haag, een bureau gespecialiseerd in public affairs en lobbyen dat al bijna dertig jaar bestaat. Het is goed te merken dat de nieuwe eigenaren flinke ervaring hebben in de politiek; Bakker zat 12,5 jaar voor D66 in de Tweede Kamer en Van Helvert 7 jaar voor het CDA: op de boodschap dat ze trots zijn op hun pas verworven bureau – en dat het kwalitatief zo’n goed bureau is met veel deskundigheid – komen ze telkens weer terug tijdens het interview. Ze vinden het een fantastisch bedrijf dat al 28 jaar allerlei grotere en kleinere klanten bedient, waaronder commerciële bedrijven, ngo’s en grotere en kleinere overheden. Bakker: ‘Het kan zijn dat ze met onze hulp beter op de kaart willen komen te staan, goede contacten willen ontwikkelen, of dat ze bijvoorbeeld beleid op zich af zien komen dat hen het functioneren moeilijker maakt. Daar proberen ze via ons dan iets aan te doen. Dus zowel de brede als de gerichte lobby doen we.’

Versnipperde Tweede Kamer
Bakker werkt al 15 jaar voor Meines Holla, Van Helvert nog maar een jaar. De gelegenheid deed zich voor om het over te nemen en die kans pakten ze. Bakker lacht: ‘Wij zijn inniger aan elkaar verbonden dan aan onze vrouwen, financieel althans.’ Hij noemt zichzelf wat bedachtzamer dan zijn compagnon; Van Helvert is zijn dynamische, energieke tegenpool en ‘de jeune premier die Nederland nooit zal hebben’, volgens Bakker. Ze vullen elkaar goed aan, ook al schelen ze twintig jaar in leeftijd, zeggen ze. Hun bureau – gevestigd aan de statige Lange Voorhout, omringd door ambassades – heeft een missie die steeds belangrijker wordt, want de huidige stand van zaken in de politiek vraagt om steeds meer guidance, zo zegt van Helvert. ‘Tegenwoordig zijn er in de politiek zoveel mensen die iets willen zeggen. Hierdoor wordt de vorm vaker belangrijk dan het inhoudelijke gedeelte.

Daarom wordt het voor bedrijven en ngo’s soms lastig om het overzicht te houden: aan wie moet je nou iets vragen of waar moet je iets onder de aandacht brengen?’ Bakker vult hem aan: ‘Partijen worden steeds kleiner, de Tweede Kamer is versnipperd geraakt. Er treden allerlei partijen naast elkaar op en iedereen wil iets zeggen over een onderwerp. Dat maakt de besluitvorming ingewikkelder, de opwinding groter en de debatten langer. Daarnaast is er nu een regering met een kabinet dat met heel veel ambitie aan lastige taken is begonnen. Het kabinet zat er nog niet of de wereld veranderde. Alles lijkt wel in crisis te verkeren. Dat maakt het lastig om te regeren. Daar komen dan af en toe beslissingen uit waarbij belangen van bedrijf X of sector Y niet in acht zijn genomen.’

Excelleren

Juist in zo’n tijd als deze is lobbyen dan ook zo belangrijk, vinden Bakker en Van Helvert. De kern van het lobbyen zit hem óók in het recht om je stem te laten horen in de democratie. Bakker: ‘Dat recht heeft iedereen. En aan het eind van de rit beslist de politiek. Daartussen vindt debat plaats, op alle mogelijke plekken, met allerlei mensen die besluiten nemen. Het is onze taak om die wereld en dat traject goed te kennen, de positie van onze klanten goed te vertalen en om te adviseren over hun boodschap. Timing en de juiste persoon spreken zijn belangrijk om effect te kunnen boeken.’ Van Helvert voegt eraan toe dat bedrijven die goed zijn in het bouwen van een product of een dienst, vaak denken “dit moeten ze in Den Haag toch direct omarmen?”. ‘Maar de politiek heeft een heel andere rol: het land moet bestuurd worden. Wij focussen op de momenten in een bestuursproces waar je jouw klasse juist kunt laten zien. En als je daarmee zo’n bedrijf een stuk verder kunt helpen, is dat supermooi. Daarmee kun je een bedrijf laten excelleren.’

Vierkante kilometer

De rode draad in hun werk blijft de politiek en het beleid, stellen Bakker en Van Helvert. Bakker verhuisde in 1980 naar Den Haag – Van Helvert was toen twee jaar oud, zegt hij lachend – en loopt sindsdien rond op de vierkante kilometer van het Binnenhof en omliggend gebied. Het politieke verleden van Van Helvert en Bakker helpt hen uiteraard bij  het werk dat ze nu doen.

Ze kennen immers de weg in Den Haag. Beiden kijken positief terug op hun werk in de politiek, maar beamen direct volmondig dat het echt heel hard werken was en dat het werk van Kamerlid veel van iemand vraagt. ‘Soms stijgt het je boven de pet. Het is niet voor niks dat je mensen soms ziet omvallen’, zegt Bakker. Hij vertelt dat hij aan het ritme gewend raakte, maar dat hij tegen het zomerreces en kerstreces aan echt op z’n tandvlees liep, elk jaar weer. Net als de andere Kamerleden. ‘Dat hoort ook bij het vak. En het is geweldig leuk, Kamerlid zijn, ook al moet je altijd “aan” staan.

Zeker nu de fracties kleiner zijn moeten de Kamerleden van alles op de hoogte zijn. In een grote fractie kun je de aandachtsgebieden verdelen, in een kleine veel minder.’ Ook Van Helvert vond zijn periode als Kamerlid geweldig. ‘Ik heb het zo lang mogelijk gerekt’, lacht hij. Hij vertelt dat hij zich pas achteraf goed realiseerde wat voor een lange dagen hij maakte. ‘Je merkt pas echt wat voor een druk er op je ligt en wat voor een uren je hebt gemaakt als je stopt. Dan ben je uit die bubbel waarin je zolang hebt gefunctioneerd. Later dacht ik: wat ben ik toch weinig thuis geweest. Je zit vol adrenaline de hele tijd. Dat is niet gezond voor mensen, maar aan de andere kant kan het niet echt anders.’ Zijn gezin was een van de redenen om te stoppen.

Niet missen
Ze zijn het er over eens zijn dat ze het werk als Kamerlid niet missen. Wel helpt daarbij dat ze nog altijd dagelijks bezig zijn met de politiek, alleen nu vanuit een andere hoek. Bakker: ‘Ik denk dat de kern is dat wij allebei politieke dieren zijn. We zijn enorm op de actualiteit gericht, en ook op het vak van de politiek. Dat kunnen we nog steeds kwijt in ons vak nu.’

Vraag hier de Nuance gratis aan