Stephan van woningcorporatie Casade in Waalwijk is een duizendpoot

Ik observeer en construeer met woorden een nieuwe werkelijkheid

Vele passies

‘Schrijven is observeren, de woorden tot je laten komen en een nieuwe werkelijkheid construeren’. Stephan van Erp is in het dagelijkse leven manager strategie & bedrijfsvoering bij woningcorporatie Casade in Waalwijk. Als hij niet werkt zit hij alles behalve stil. Want hij heeft vele passies: hij speelt percussie en conga, fotografeert en krijgt het ook nog voor elkaar om zo ongeveer elk jaar een boek af te leveren. Met zijn roman Peelpijn won hij zelfs een publieksprijs.

Nauw in contact met de huurder

Op deze vrijdagmiddag is Stephan van Erp alleen op het kantoor van woningcorporatie Casade in Waalwijk, waar hij vier dagen per week als manager strategie & bedrijfsvoering leiding geeft aan een breed georiënteerde en gevarieerde afdeling. Onder meer de teams communicatie P&O, ICT en wonen & maatschappij vallen onder zijn hoede. Van Erp werkt ruim vijftien jaar bij Casade, dat 11.500 huurwoningen in Waalwijk, Dongen en Loon op Zand in beheer heeft. “Wij zijn niet alleen een corporatie van het vastgoed. Wij willen ook nauw in contact staan met de huurder, zodat die prettig kan wonen. We hebben mensen die in de wijken werken, daar actief en zichtbaar zijn, en de huurder helpen op allerlei gebieden waar het gaat om vragen over wonen. Normaal zou ik nooit zo lang in een functie blijven, maar deze organisatie beweegt zo ontzettend dat er elke paar jaar wel weer nieuwe dingen in mijn functie bij komen die ik interessant vind en waar ik me mee kan ontwikkelen. Bovendien is het een prettige werkgever om voor te werken en er werken veelal gedreven mensen die één passie hebben: zorgen dat de huurders fijn kunnen wonen.”

Zelf komt Stephan van Erp niet uit het Casade-gebied. Hij is geboren en getogen in Asten, en na wat omzwervingen via Gennep, Maastricht en Nieuwerkerk aan den IJssel is hij in 2001 met zijn vrouw teruggekeerd naar het Brabantse land. Naar de plek waar zijn ouders, broers en vrienden wonen. Het gezin is inmiddels uitgebreid met twee kinderen van 19 en 17 jaar.

Rode draad

Van al zijn hobby’s vormt muziek wel de rode draad in Van Erps leven: “Ik was zes jaar oud toen ik begon met drummen. Ik wilde dat zelf heel graag en ik wilde uiteindelijk beroepsmuzikant worden. Mijn hele middelbare schooltijd stond in het teken van muziek maken. Ik wilde daarna graag naar het conservatorium, en heb daar een toelating voor gedaan. Ik mocht deelnemen aan de voorbereidende klas, een soort tussenjaar. Ik zou geen studiefinanciering krijgen én ik moest elke zaterdag naar Maastricht. Dat wilde ik niet, vond het te risicovol. Dan zou ik bovendien daarna opnieuw toelating moeten doen. Toen dacht ik: dan hou ik het drummen maar als een hobby aan. Dat heb ik tot de dag van vandaag gedaan.” Voor het geval het conservatorium niet zou lukken had de jonge Stephan wel een plan B: iets met muziek én de gehandicaptenzorg, en dat later combineren tot muziektherapie of iets dergelijks. “Het is er uiteindelijk nooit van gekomen. Maar ik heb wel een aantal jaren in de gehandicaptenzorg gewerkt als leerling verpleegkundige, gediplomeerde en later als locatiemanager.” Op zijn 22ste besloot hij alsnog te gaan studeren: gezondheidswetenschappen en daarna nog bestuurskunde.

“Drummen en percussie-spelen heb ik er altijd bij gehouden. Waarom? Mijn moeder zegt dat ik vroeger altijd alle emmers en schommels aan gort sloeg. Ik wilde gewoon heel graag drummen. En nog steeds vind ik het heerlijk om achter het drumstel te zitten.” Hij speelt in diverse bands waaronder de Neil Diamond Memories Band (“Nee, ik heb hem nooit ontmoet, maar zou ik wel graag willen”) en coverband Millennium!. Op dit moment toert hij zelfs langs theaters met één van de bands. Dat betekent ongeveer eens per twee weken een optreden. “Om meer rust te krijgen ben ik een paar jaar geleden een halve dag minder gaan werken, zodat ik ook voor een optreden ergens in het noorden van het land op tijd kan vertrekken. Een kwestie van goed plannen.”

Die vrije dag heeft Stephan van Erp dus niet altijd nodig voor de muziek, maar gebruikt hij ook om in alle rust te kunnen schrijven. Want ook dat doet hij heel graag. “Op een schrijfdag hou ik me aan een bepaald ritme: half negen opstaan, eten, krant lezen en om tien uur begin ik. Ik heb twee plekken waar ik graag schrijf. Op zolder zit ik aan mijn bureau met alleen een bureaulamp aan. Het is verder pikdonker en doodstil. En in een dorp verderop heb ik een boomhut waar ik lekker weg kan tikken. Daar ben ik per toeval op gestuit. Ik vertelde een vriend dat het mijn allergrootste wens is om eens een keer een paar dagen helemaal afgezonderd in een boomhut te schrijven. Dus hij zei dat hij iemand kende met zo’n hut. We gingen naar die man, die die boomhut ooit voor zijn kinderen had gebouwd, ik vertelde mijn verhaal en ik mocht het een keer proberen. En ik vond het zó ontzettend fijn. Het is primitief maar heel mooi. Ik ben totaal afgezonderd en heb er niets. Alleen een kachel, een tafel om aan te werken en een bank. Maar wel een prachtig uitzicht over een meer en landerijen. Als ik aan een roman werk ben ik heel veel momenten op de dag daarmee bezig. In de auto, onder de douche of tijdens mijn slaap ben ik bezig met hoe zal ik dit doen en hoe zal ik dat doen. Heel veel observeren, en dat schrijf ik op in een schrift. En als ik dan om tien uur ga zitten achter de laptop, lees ik eerst het vorige door en dan komen de woorden vanzelf. Inspiratie genoeg. Schrijven is voor mij observeren, de woorden tot je laten komen en een nieuwe werkelijkheid construeren.”

Omaha Beach

Op de middelbare school stond muziek maken op de eerste plek, lezen deed Stephan van Erp omdat het verplicht was. De interesse in het geschreven woord kwam pas rond zijn dertigste. Maar een echte lezer was hij niet, laat staan een schrijver. Het keerpunt kwam in 2014, tijdens een vakantie in Normandië. “Het was prachtig weer, ik was in zee en in de verte zag een pilaar staan. Op de een of andere manier wilde ik naar die pilaar toe. Daarop stonden een paar honderd namen van Amerikaanse soldaten die gesneuveld zijn tijdens D-Day.

Ik wist op dat moment niet dat ik op Omaha Beach was. Eén naam, Edgar L. Clark, is in mijn hoofd gaan zitten. Ik kon het niet plaatsen. Heb helemaal niets met de Tweede Wereldoorlog of het militarisme. Maar die Edgar bleef in mijn hoofd. We zijn nog op de Amerikaanse begraafplaats geweest. En hij bleek daar te zijn begraven. Heel bijzonder allemaal. Toen we terugkwamen was mijn obsessie voor die man niet voorbij. Wie was hij, waar hij vandaan kwam… Het werd alleen maar erger. Lang verhaal kort, via internet heb ik familie gevonden in het dorpje Baxley in Georgia. Uiteindelijk ben ik in februari 2015 naar Amerika gereisd en heb zijn familie ontmoet. In het vliegtuig terug barstte mijn hoofd uit elkaar van alle indrukken. En het onbegrip waarom ik zo getriggerd werd door iemand die ik totaal niet ken. Voordat ik het wist was ik aan het schrijven, en ben in het hoofd van Edgar gekropen. Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in Retour Baxley: deels echt, deels fictie.

“Ik ben er nooit achter gekomen waarom deze soldaat mij zo fascineerde. Ik heb het me duizend keer afgevraagd. Maar hij heeft wel de schrijver in mij ontwaakt.

Stephan van Erp wilde na zijn eerste pennenvrucht meer en hij ging naar de schrijversacademie om een training roman schrijven te volgen. Daarna volgden De Belofte (2017), verhalenbundel Klein (2017), Peelpijn (2019) en Feyenoorder ben je niet voor de lol (‘Ik kom uit een PSV omgeving en toch ben ik al mijn hele leven helemaal gek van Feyenoord’). Met Peelpijn won hij in 2021 de publieksprijs van The Indie Awards, voor schrijvers die in eigen beheer werk uitbrengen. Momenteel werkt hij aan een nieuw boek, over een drummer van bijna zestig die het niet heeft gemaakt in de muziekwereld en vergeetachtig wordt. Net als zijn vader. “Het gaat over wanneer je niet meer degene bent die je ooit bent geweest. Het klinkt zwaar, maar het is tot nu toe nog een vrolijk verhaal. Ik aanschouw graag wat er om mij heen gebeurt, en ik probeer de dingen toch net wat anders te zien dan wanneer je er niet bewust mee bezig bent.”

Vraag hier de Nuance gratis aan!