“Je wordt een beter mens door kunst”

Stedelijk Museum in Alkmaar is één van de oudste musea van het land. Oude en moderne kunst, kunstnijverheid en stadsgeschiedenis hebben er hun plek. Directeur Patrick van Mil en Peter Sieben, hoofd financiën en bedrijfsvoering, zijn trots op hun museum en behept met het kunstvirus. Maar: “Kunst hoeft niet per se je werk te zijn

Eigen plannen uitvoeren

Peter Sieben werkt sinds eind 2013 bij het museum. Eerst als zzp’er, en toen mocht hij zijn plan ook zelf gaan uitvoeren, vertelt hij. “Het museum ging verzelfstandigen, net als het theater in Alkmaar. Dat waren gemeentelijke afdelingen die los van de gemeente moesten gaan functioneren. Ik kende het museum al omdat ik eerder voor het naastgelegen theater werkte. Ik heb toen een plan voor de administratie en de financiële bedrijfsvoering opgezet. Maar iemand moest dat gaan uitvoeren; daar werd ik toen zelf voor gevraagd.”

A day in June

Zijn bestaan als zelfstandige gaf hij er in 2015 voor op. Daar hoefde hij niet eens zo lang over na te denken, want hij voelde zich al langer thuis in de culturele sector, ook al is hij altijd ‘de financiële man’. “Ik denk dat iedereen die bij een museum of een andere culturele instelling werkt, affiniteit met kunst en cultuur heeft. Toen ik ging studeren, twijfelde ik tussen de kunstacademie en het heao. Het werd het heao. Daar heb ik nooit spijt van gehad, want kunst hoeft niet per se je werk te zijn. Mijn vader is wat dat betreft mijn voorbeeld: hij is amateurfotograaf en zegt altijd ‘ik mág fotograferen’, niet ‘ik moet’. Zo zie ik dat ook.” Financiële man of niet, Sieben maakte zelf onlangs een korte filmopera, samen met een componist, librettoschrijver en kunstenaar. A day in June is de titel, en de Portugese dichter Fernando Pessoa was de inspiratiebron. Sieben was ook de producent en regelde in die hoedanigheid alles.

De filmopera draaide in een aantal filmhuizen, op een filmfestival in Chicago en binnenkort op een operafestival in Londen. Uiteraard was de première in Alkmaar. “Ik heb de neiging om zelf iets te willen kunnen maken als ik iets heel mooi vind. Ik wil zelf de schepper van zoiets zijn. Dat is met de filmopera gelukt. Het is heel bijzonder om je ideeën uit een schetsboek daadwerkelijk uitgevoerd te zien worden!” Sieben broedt inmiddels op een nieuw plan voor een film, maar hij is er nog niet helemaal uit: het moet gaan over een plek waar ons bewustzijn zich bevindt. “Zou het bevrijdend zijn als we voortleven in ons bewustzijn? Met dat idee wil ik aan de slag. Maar hoe ik dat wil visualiseren, daar heb ik nog geen idee van.”

Scapino Ballet

Patrick van Mil, de directeur van het museum, vindt dat mooi, zulke dromen. “Je moet dromen over wat je nog allemaal wil doen. Dat moet je niet te lang uitstellen”, vindt hij. Zijn affiniteit met kunst begon toen hij als jonge jongen werd geraakt door een uitvoering van het Scapino Ballet. “Er werd mij een wereld gepresenteerd die mij meevoerde naar iets dat ik niet kende. Er gebeurde iets met me. Dat gevoel dat kunst je kan geven, gun ik iedereen. Kunst heeft meerwaarde voor het leven, meer dan omzetcijfers. Als je een roman leest, of je bezoekt een tentoonstelling, dan doet dat iets met je. Je wordt er een beter mens van, beter in de zin dat je leert om dingen van een andere kant te bekijken. Je ziet andere perspectieven. Zonder kunst is bovendien alles vlak.”

Crisismanager

Zonder kunst is bovendien alles vlak.” Vanuit deze overtuiging is Van Mil vierenhalf jaar geleden als directeur begonnen bij Stedelijk Museum Alkmaar. Hij voelt zich er een soort bemiddelaar tussen kunst, cultuurhistorie en de museumbezoeker van vandaag en morgen. “Dat heb ik heel m’n leven al gedaan, dat bemiddelen in de culturele sector. Het trok me aan om voor een middelgroot museum te gaan werken, dan kun je als directeur nog echt het verschil maken. Bij een groter museum is dat veel moeilijker te sturen. Bovendien stond hier al een goede organisatie. Ik ben eerder crisismanager geweest en moest eerst puinruimen voordat ik kon gaan bouwen. Hier kon ik gewoon meteen beginnen met verder bouwen. Dit is een laatste leuke job voordat ik niet meer mag werken.” Van Mil is 63. Nog een reden om voor Alkmaar te kiezen: hij woont in de buurt. Heel zijn leven verhuisde hij achter zijn werk aan en nu – bij zijn laatste job – had hij gewoon de leukste baan in de buurt gevonden. Hij kan op de fiets: elke dag 12 kilometer heen en terug. Nee, niet elektrisch, dat is niks voor hem.

Ruiken aan een kanonskogel

Een van de belangrijkste doelstellingen die hij met het museum heeft, is kinderen en jongeren kennis laten maken met kunst, net zoals hij dat vroeger heeft gedaan. “Er zijn vrij veel vmbo- en mbo-opleidingen in deze regio gevestigd. Niet alle leerlingen bezoeken vanzelfsprekend een museum, maar wij proberen toch hun interesse te wekken. Medewerkers van ons museum bezoeken daarom schoolklassen en vertellen over onze collecties. Tijdens de coronasluiting namen we zelfs objecten uit het museum mee en lieten kinderen vragen stellen over een kanonskogel, een zwaard, een schilderijtje. Deze objecten hadden te maken met het Alkmaars Ontzet. De kinderen wilden allemaal ruiken aan de kanonskogel; dat hadden wij zelf niet kunnen verzinnen! Later bezoeken de klassen het museum en dan vragen wij de leerlingen wat ze interessant zouden vinden. Dit schooljaar gaan ze zelf aan de slag met een kunstenaar en daar maken ze ook een vlog over. Zo proberen we ze te prikkelen.”

Naast educatie vindt Van Mil ook vernieuwing belangrijk voor zijn museum. Hij wil meer naar buiten treden en verbinden zoeken met de omgeving. “Fondsen en het bedrijfsleven moeten ons beter leren kennen. Dat is weer die makelaar in mij, contacten leggen. Grote bedrijven gaan naar grote musea, maar er zijn genoeg bedrijven in de regio waar wij een meerwaarde voor kunnen hebben. Dat kan naamsbekendheid zijn, we kunnen ontvangsten en workshops organiseren. Wij zijn immers goed in kijken op een andere manier. Dat kan voor een organisatie heel waardevol zijn.”

Grazende koeien
Stedelijk Museum Alkmaar besteedt veel aandacht aan de eigen regio, zo is de Bergense School goed vertegenwoordigd in de vaste collectie, net als de Gouden Eeuw van Alkmaar. Tijdelijke tentoonstellingen hebben allemaal een link met Alkmaar. Sieben: “Hans van der Meer bijvoorbeeld is een hedendaagse fotograaf die de veranderende wereld van de koe heeft vastgelegd. Dit is een polderrijk gebied waar veel koeien grazen, dus dan vinden wij dat zijn werk hier past. Zo’n kunstenaar hoeft niet per se uit deze regio te komen om hier een tentoonstelling te krijgen. Het is de bedoeling dat dit museum een inspirerende plek is voor mensen uit de regio én voor mensen die verder weg wonen.” Van Mil vult hem aan: “Daarom willen we onze naamsbekendheid verbeteren. Men moet weten wat voor moois wij te bieden hebben.”

Vraag hier de Nuance gratis aan