‘Ik houd eigenlijk niet van musicals’

_

Dirigent Maurice Luttikhuis komt uit een muzikale familie en studeerde piano en viool vanaf zijn achtste. Hij kreeg bekendheid als vaste pianist bij het Deep River Quartet en later als veelgevraagd dirigent van grote musicals. Het leukste vindt hij het werken met zijn eigen orkest. O ja, en eigenlijk houdt hij niet van musicals.

ijdel

Luttikhuis lacht om de vraag of hij ijdel is. In eerdere interviews is namelijk te lezen dat hij echt niet aan de bril gaat. Probleem is wel dat hij de musici op de achterste rij niet meer goed zag tijdens het dirigeren. Een zonnebril op sterkte was voor hem de ideale oplossing – lenzen verdroeg hij niet. Daarom is hij op foto’s vrijwel altijd met een zonnebril ergens in zijn haar of op zijn voorhoofd te zien. En dat haar: hij gaat nooit naar de kapper, hij knipt zijn haar het beste zelf, vindt ie. Die rommelige haardos, die verdwaalde zonnebril én zijn steevaste puntlaarzen geven hem eerder het uiterlijk van een rocker, maar hij heeft zich toch echt gestort op de lichte muziek. “Ik speelde vroeger piano en viool, en het zou logisch zijn dat ik in de klassieke muziek terecht zou komen. Mijn vader was ook musicus en dirigent. Maar toen zag ik op tv een keer het Metropole Orkest met Rogier van Otterloo en ik wist meteen dat ik dát wilde. Men verklaarde mij wel voor gek, want die lichte muziek stond heel ver van mijn opvoeding af en ik zou Twente moeten verlaten.” Hij vertelt dat hij wel geïnspireerd was door zijn vader, die zich altijd puur op de klassieke muziek richtte als pianist, kerkorganist en koorzang- en operetteleider. Luttikhuis-junior wilde zich onderscheiden. Inmiddels klinkt hij behoorlijk Noord-Hollands – hij woont in Amsterdam – en zijn de Twentse roots niet meer te horen.

Broekie van 24

Hij vertrok naar Rotterdam, waar hij aan het conservatorium ging studeren. “Dat was eigenlijk meer een jazzopleiding en ik vond jazz maar niks. Toen kwam componist Ruud Bos daar werken als docent; hij was tevens muzikaal leider bij Joop van den Ende. Daar begonnen ze net met musicals en dat was niet zijn ding. Ik was zijn leerling en hij dacht dat ik dat wel zou kunnen. Dus schoof hij mij naar voren en ben ik erin gestapt, als broekie van 24. Ik vond het begin wel heel moeilijk hoor! Moest ik werken met grote namen als Willem Nijholt, die ik echt zag denken ‘wat doet dat joch hier’!” Enfin, Luttikhuis had het gevoel dat als hij een paar jaar keihard zou werken hij het wel zou redden. Bovendien lag het hem wel, die musicals. Hij vergelijkt het met het leidinggeven van zijn vader aan de operettevereniging: daar is de muziek ook dienstbaar aan het groter geheel: “Het theatervak is nogal specialistisch en vaak niet te vergelijken met het dirigeren van concerten. En met theatermensen werken is ook een vak apart, die gooien er grote emoties in.

Na drie, vier jaar begon ik het te snappen, had ik de nodige fouten gemaakt en stevig geïncasseerd. Maar het liep wel goed.” Hij was de enige musicaldirigent in ons land en deed grote producties waaronder Les Misérables, The Phantom of the Opera, Cats en The Lion King. Hij was muzikaal leider van deze grote shows van 1988 tot 2007. Dat betekende dat hij elke dag verantwoordelijk was voor de gang van zaken: repetities, vervanging bij ziekte, audities en de uitvoeringen. Wekelijks speelden er zeven of acht shows, waarvan Luttikhuis er vier à vijf deed. “Het was hard werken. Het verloop is groot dus je hebt vaak audities in de musicalwereld. En ik denk dat ik zeker zo’n 1000 keer The Phantom gedaan. Dat telkens reproduceren ging bij mij wel mentaal zijn tol eisen. Ik liep erop stuk dat ik telkens hetzelfde moest doen, van hoge kwaliteit. Het ging mij vervelen, ik wilde wat anders gaan doen.” Hij voegt er desgevraagd aan toe dat hij eigenlijk helemaal niet van musicals houdt.; Soldaat van Oranje heeft hij bijvoorbeeld niet gezien en ook nooit de drang gehad om ‘m te gáán zien. Uitnodigingen voor premières sloeg hij steevast af. Wel zei hij onlangs ja tegen het verzoek om zitting te nemen in de beoordelingscommissie van de Musical Awards en gaat hij de komende tijd tóch 14 musicals bekijken…

The New Symphonics

Intussen waren er genoeg andere dingen op zijn pad gekomen, waarvan hij het werken met zijn eigen orkest, The New Symphonics, het leukste vindt: “Ik werk al ruim twintig jaar met deze groep en afgezien van het hoge niveau dat we hebben bereikt, is het ook een dierbare groep vrienden geworden. Het is in zijn grootste bezetting een groep van vijftig musici, en een soort afgeleide van het Metropole Orkest.” Luttikhuis richtte dit orkest op omdat hij steeds vaker opdrachten kreeg voor muziekproducties voor tv. Dat zijn opdrachten voor het ‘volledige pakket’: de arrangementen, het productieproces en het coachen van artiesten. “En je moet zorgen dat er een orkest zit, zo is The New Symphonic ontstaan.” Hij vertelt dat hij het heerlijk vindt om met deze groep heel de dag aan opnames te werken. Dat moet nu nog coronaproef – strijkers mogen bijvoorbeeld niet samen achter een lessenaar – maar het kán.

Over corona gesproken: Luttikhuis mist het live spelen het meest. “Dat geldt denk ik voor alle collega’s. Het schrijven van muziek gaat gewoon door en ik bereid voor wat wél kan. Zakelijk had ik de mazzel dat ik in de goeie regelingen viel, maar ik zie veel muzikanten om mij heen die daar buiten vallen. Zeer onrechtvaardig.”

Billy Ocean

Vóór corona was Luttikhuis druk met live evenementen. Hij was net klaar met de kerstconcerten en was 2020 aan het invullen. Er stonden onder andere tours gepland met het Metropole Orkest. “We zouden een tour gaan doen met muziek van James Bond en een tour met muziek van Toon Hermans. Daar had ik ontzettend veel zin in. Voor nu staat er een avond met klassieke muziek in de Ziggo Dome op planning, in december. Ook daar heb ik zin in, maar we moeten nog even zien of dat door kan gaan. Verder hebben we nog niet veel ingevuld. Als een theater maar vijftig mensen binnen mag hebben, heeft het geen zin voor ons.”

Max Proms

Luttikhuis heeft in verleden veel ook Max Proms gedaan en als het om grote namen gaat werkte hij samen met onder andere Billy Ocean, Germain Jackson en Tony Hadley van Spandau Ballet. Verder richt hij zich voornamelijk op Nederlands georiënteerde producties. Thuis luistert hij momenteel voornamelijk naar chansons en filmmuziek. Hij is fan van Ennio Morricone, de zeggingskracht van die muziek vindt hij fantastisch: “Daar kun je echt iets mee en er iets van jezelf in leggen.” Hij gaat zelf ook wel eens naar concerten, soms naar een klassiek concert, maar als artiesten als Paul McCartney en The Eagles hier optreden, gaat hij erheen. Met het uiterlijk van die rocker valt hij daar waarschijnlijk niet op in het publiek.

Vraag de Nuance hier gratis aan