In 1909 startte meestertimmerman Karl Schmidt een
meubelfabriek in het noorden van Dresden. Inmiddels is de
Deutsche Werkstätten Hellerau uitgegroeid tot een fenomenaal
interieurbouwbedrijf dat een begrip is in de wereld van luxejachten.
Aan het hoofd staat Fritz Straub, een energieke 81-jarige
ondernemer die de farmaceutische industrie verruilde voor
een sector waar hij geen kaas van gegeten had. Wel zag hij de
potentie van hypergespecialiseerde ambachtsmensen,
uit het goede hout gesneden.
“Ik begon mijn carrière bij een groot chemisch bedrijf in Höchst en was daar verantwoordelijk voor marketing en sales. In die tijd was de farmaceutische divisie van Höchst de grootste ter wereld. Nadat de CEO het bedrijf op schandalige wijze liet verdwijnen, werd ik directeur van een farmaceutisch bedrijf in Keulen, maar beet ik me uiteindelijk stuk op de aandeelhouders. In 1991 kwam de Duitse hereniging en werden Oost-Duitse bedrijven in rap tempo geprivatiseerd. De ‘Treuhandanstalt’ was het agentschap dat zich ontfermde over de herstructurering en verkoop van 8.500 zogenaamde ‘Volkseigene Betriebe’: firma’s die in de Duitse Democratische Republiek staatsbezit waren. De Treuhandanstalt kwam erachter dat ik beschikbaar was,maar farmaceutische bedrijven waren al vergeven. Ik heb daarna 60 verschillende bedrijven bekeken uit alle sectoren, waarvan de meerderheid erg deprimerend was.
Tijdens deze rondleidingen zei iemand tegen me: “Je moet naar Dresden gaan en de Deutsche Werkstätten bezoeken”. ‘Werkstätten’ is een wat ouderwets woord dat klinkt als ‘gehandicaptenwerkplaatsen’. Het bleek een traditionele meubelmakerij te zijn, vergelijkbaar met Pastoe in Nederland. Het bedrijf maakte betaalbare meubels voor de gewone man, maar ook interieurs voor prestigieuze openbare gebouwen in de DDR, zoals concertzalen en bibliotheken. Niets voor mij, dacht ik meteen. Tot ik uiteindelijk toch ben gaan kijken en in plaats van grauwe barakken een indrukwekkend architectonisch monument aantrof. Hier lag een kans om een historisch belangrijk merk na 50 jaar DDR nieuw leven in te blazen – ik ben tenslotte marketeer.”
Hoe kreeg de ondernemer zonder relevante meubelervaring de mensen mee? Fritz: “Ik zag een groot, uitgeblust meubelbedrijf met een afdeling van hooggespecialiseerde vaklieden dat handwerk maakte voor individuele projecten. Omdat Oost-Duitsland werd herbouwd, zag ik kansen om iets met deze ambachtslieden te doen. Ik zei tegen de Treuhandanstalt: “Ik ben bereid om de ambachtslieden – en dat waren er maar 80 – aan te nemen en te proberen om het bedrijf te stabiliseren. En tot mijn grote schrik zei de Treuhandanstalt ja. Opeens was ik een kleine ondernemer die zich in gevaarlijk vaarwater bevond omdat niemand wist hoe ik aan orders moest komen. Dat was een moeilijke tijd, maar ook een tijd die de medewerkers en mij dichter bij elkaar bracht. Mijn moeder zei altijd: ‘Als je iemand iets belooft, dan houd je je daaraan. En als iemand iets van je verwacht, dan doe je je best’. Deze filosofie kenmerkt ook nu nog het bedrijf, waar weer 450 mensen werken. We zijn niet altijd economisch succesvol geweest, maar we hebben een sterke naam opgebouwd en krijgen veel respect en sympathie van klanten. Dat is de grootste dank.”
Hoe had het leven van Fritz Straub eruitgezien als hij in 1992 weer bij een farmaceutisch bedrijf was terechtgekomen? “Goede kans dat ik ergens lid van de raad van bestuur zou zijn geweest. En om eerlijk te zijn, zou dat me vandaag de dag niet meer interesseren. Als ik collega’s zie of in tijdschriften lees wat bestuursleden in hun leven doen en hoe ze gericht zijn op de volgende bonus, aandeelhouders en aandeelhouderswaarde, vind ik dat walgelijk. Wat dat betreft ben ik blij dat ik mijn eigen imperium heb en dat ik mijn overtuigingen heb kunnen laten gelden. In een groot bedrijf had ik dat nooit gekund. Ik zou veel meer geld hebben verdiend en een groot huis hebben gehad. Misschien zelfs een bodyguard. Maar eigenlijk ben ik niet zo. Nu we het bedrijf gestabiliseerd hebben, kan ik het straks met een gerust hart doorgeven. Het bedrijf werd mij toevertrouwd.
“Opeens was ik een kleine ondernemer die zich
in gevaarlijk vaarwater bevond omdat niemand
wist hoe ik aan orders moest komen“
Nu is het 125 jaar oud en heeft het een mooie toekomst als ik stop.” In welke vorm gaat de Deutsche Werkstätten straks verder? “Ik heb geen kinderen, dus is het helder dat het bedrijf niet in de familie zal blijven. In de afgelopen tien of vijftien jaar heb ik verschillende scenario’s onder de loep genomen. En ik heb me altijd gerealiseerd dat dit – ik wil niet opscheppen – ongewone bedrijf niet kan worden doorgegeven aan ‘zomaar een investeerder’. Je kunt het ook niet overdragen aan iemand die zegt: ‘Ik doe dit vijf jaar en dan stap ik eruit’. Ik zal mijn aandelen daarom overdragen aan een stichting. Het belangrijkste voor mij is dat dit bedrijf niet langer kan worden verhandeld. Er kan dus niemand langskomen om het te kopen. Ik heb mijn werknemers beloofd dat ik er goed voor zal zorgen.”
De Deutsche Werkstätten werkt met zeer gespecialiseerde professionals. Zijn deze mensen nog te vinden op de huidige arbeidsmarkt? Fritz: “We hebben momenteel 450 werknemers wereldwijd en permanent 50 werknemers in opleiding. Duitsland heeft een duaal opleidingssysteem waarin bedrijven partner zijn van de universiteit of school. De afgelopen jaren hebben we honderd aanvragen ontvangen voor de tien plaatsen die we elk jaar voor timmerleerlingen reserveren. Naast deze ambachtsmensen hebben we nu natuurlijk ook andere krachten nodig, zoals bedrijfseconomen en ingenieurs. Daarnaast hebben we een interne academie om werknemers op te leiden tot het vereiste niveau. Dat is een enorm probleem en het kost ons veel geld. Maar het is voor mij duidelijk dat het de enige manier is waarop we ons hoge kwaliteitsniveau kunnen handhaven. En ik geloof als ondernemer, dat ondernemers de plicht hebben om hun werknemers niet uit het traditionele opleidingssysteem van een land te halen, maar om ze zelf op te leiden. We geven geen bonussen, premies, extra loon of iets dergelijks. Ik verwacht van werknemers dat ze 100% inzet geven en niet een wortel voorgehouden krijgen. Dat is de manier waarop we werken. Deze bonusfilosofie geldt ook voor mij. In dertig jaar heb ik nog nooit dividend genomen. Ik heb een directeurssalaris, zonder bonus aan het eind van het jaar.”
Oprichter van de Deutsche Werkstätten Karl Schmidt stond mede aan de wieg van de tuinstad Hellerau in Dresden, als sociale vooruitgang en als uitweg uit de ongezonde opsluiting van stedelijke werkflats. Het doet denken aan Philips. Fritz: “Ik moet u corrigeren. In de vroege industrialisatie waren er zeer verantwoordelijke ondernemers, zoals Frits Philips. Maar ze hadden een altruïstische opvatting, die vergelijkbaar was met die van grootgrondbezitters in de landbouw: we hebben verantwoordelijkheid voor onze werknemers en moeten ervoor zorgen dat ze goed gehuisvest zijn, dat ze schoon zijn, enzovoorts. Het is een patriarchale relatie. In dit systeem werd de werknemer die problemen had eruit geschopt. Hellerau is iets anders. Hellerau is een manier van leven, onafhankelijk van het bedrijf.
Karl Schmidt en zijn geestverwanten bouwden in vijf jaar tijd een stad van 1.500 mensen waarin transparantie, gemeenschapszin, kunst en onderwijs het fundament vormden. Het is dus echt een model van hervormingsgezinde mensen in deze wereld die de dingen beter wilden doen. Met alle respect voor Philips, maar dat is anders.” Bij welke projecten is de interieurbouwer op dit moment betrokken? Zijn er projecten in Nederland? We gaan er niet achter komen, behalve dat het gaat om unieke nieuwbouw-en ombouwprojecten van honderden miljoenen euro’s. Fritz: “Een van de bijzonderheden van ons werk is dat we niet over onze projecten en klanten praten. Wat ik je wel kan vertellen is dat we bijna uitsluitend werkten op de jachthaven van Lürssen bij Bremen. Vijf jaar geleden besloten we ons te oriënteren op Nederlandse scheepswerven die op hetzelfde niveau opereren. Ik moet zeggen dat ik heel hartelijk en met veel sympathie werd ontvangen. Inmiddels hebben we meer dan tien projecten in Nederland voltooid, maar we kunnen er niet over praten. Dus soms, als er ergens in de pers een prestigieus jacht wordt gepresenteerd, zeg ik: ‘Ik doe ook zoiets’.”
Crowe German Desk
Waarom heeft de Deutsche Werkstätten een consultant als Crowe nodig? Chris Ketelaars, partner van Crowe Roermond en specialist bij de German Desk: “Als een superjacht wordt gebouwd, wordt het interieur ter plekke, op het schip, in elkaar gezet. Het is een zogenaamd assemblageproject. Als zo’n project langer dan twaalf maanden duurt, wordt een deel van de Deutsche Werkstätten fiscaal gezien in Nederland belast. De onderneming moet winstbelasting, loonbelasting en btw betalen en werknemers moeten vanaf dag één in Nederland worden verloond. Als Crowe maken we afspraken met de Belastingdienst zodat Fritz Straub en zijn collega’s zich op het project kunt concentreren en geen fiscale verrassingen krijgen.”
Via onderstaand contactformulier kunt u uw gegevens achterlaten zodat wij u een exemplaar van Nuance toe kunnen sturen.