Het zomerseizoen van DJ La Fuente – recent nog actief op het personeelsfeest van Crow Foederer – zit weer helemaal volgeboekt met optredens in binnen- en buitenland. Dit jaar tikt hij zonder al te veel moeite weer het aantal van 350 boekingen aan. Eindhovenaar Job Smeltzer (39) noemt zijn festivalseizoen topsport.
La Fuente kwam al eens in het nieuws door een recordaantal boekingen van meer dan 350 shows in het jaar 2019. Er was zelfs een weekend met vijf vluchten, drie landen, vier optredens, één bruiloft en geen slaap. La Fuente is ook dit jaar vrijwel volgeboekt. Twee jaar corona lijkt de behoefte aan uitgaan en vermaak op festivals alleen maar groter te hebben gemaakt.
Vanaf de start medio april beleeft La Fuente zijn festivalseizoen weer opnieuw intensief. Ieder weekend is volgepland. Negen shows in twee dagen zijn geen uitzondering. ,,Ik noem het topsport. En dat is het ook. Mijn zomerseizoen speelt zich voornamelijk af op podia, in hotels, vliegtuigen, taxi’s, dwars door tijdzones heen. Ik ben meer uit dan thuis. Een ijzeren discipline is onontbeerlijk. Ik heb van nature een goede discipline. Wat ik doe, wil ik goed doen. Dat was als hockeycoach niet anders (Job trainde ooit de damesselectie van Oranje-Zwart, red). Toen wilde ik ook het allerhoogste halen, álles winnen met mijn team. Ik ben destijds bij Oranje-Zwart gestopt omdat het niet langer te combineren was met mijn DJ-activiteiten.
Als ik mij ergens aan geef, is dat voor meer dan honderd procent. Vooral in de sport is discipline belangrijk. Misschien heb ik dat wel meegenomen naar wat ik nu doe.” La Fuente vervolgt: ,,In de zomer zijn mijn dagen minutieus tot op het uur gepland. Ik word om zo laat daar opgehaald, dan gaan we dáár heen, dan om zo laat eten met die man om een en ander te bespreken. Dan word ik zo laat weer opgehaald, eerst naar een interview, dan weer de auto in naar een optreden, dan even naar een hotel, opfrissen, eten en om zo laat word ik weer opgehaald, naar het vliegveld. Hier zijn je tickets, je wordt opgehaald door die… en zo gaat dat de hele zomer door. Dat moet strak georganiseerd worden, anders gaan er geheid dingen fout.”
Wie Job Smeltzer of zijn alter ego La Fuente ontmoet, ziet een extravagant persoon. De kroesharen steevast in een knot opgebonden, maar ook niet alledaagse kleding. Het imago is een belangrijk onderdeel van het merk La Fuente, zegt hij: ,,Omdat ik mijn imago bèn. Alles wat ik uitstraal of wil uitstralen, is ook wie én hoe ik ben. Ik ben een mierenneuker, ik kan niet tegen mijn verlies, ik ben een controlfreak, bij mij moet alles altijd spic-en-span zijn.
Echt alles wat je in La Fuente ziet, is een vertaling van hoe Job is. Op de middelbare school had ik al een aparte kledingkeuze, dat mensen wel eens dachten: djiezus, wat heeft hij nou weer aan. Al m’n Buddha-to-Buddha-armbanden ook: die hóren gewoon bij mij. Het past bij mij als artiest.
Een artiest kan dat doen, een voetballer als bijvoorbeeld Memphis niet, volgens de samenleving. Die moet niet gekleed met een sjaal en trendy hoed aankomen, maar gewoon voetballen en in trainingspak lopen, vindt mensen. Dát past bij het beeld dat zij van een voetballer hebben! Net als dikke wagens. Er is niemand die gek staat te kijken als een dj in een dikke wagen aankomt rijden. (Lachend) Maar als ik nou tandarts was en in een Ferrari kom aanzetten, snapt iedereen waarom je een dure tandarts bent. In Amerika zeggen ze dan: dat is een goeie tandarts. In Nederland zeggen ze: dan betaal ik te veel.”
Het verhaal van la Fuente is een succesverhaal: spektaculaire festivals, duizenden mensen die op zijn muziek losgaan, dure auto’s, groot inkomen. Hij doet alleen maar wat-ie leuk vindt. Maar het heeft ook ooit wel eens tegengezeten. ,,Jazeker. Ik bedoel: je kunt niet altijd winnen. Je kunt ook niet alles hebben. Ik draai nu al dertien jaar lang elk weekend en heb een heel ander sociaal leven dan andere mensen.
Dat heeft zeker vrienden gekost. Die niet snapten dat ik moest draaien en niet naar die of die verjaardag kon komen. Maar, die keuze maak ik zelf bewust omdat ik voor een bepaalde richting kies. Dan weet je ook dat dit consequenties kan hebben. Het laten schieten van hockey bijvoorbeeld. Dat is een keuze, maar dat wil niet zeggen dat ik dat altijd een prettige keuze vind.”
La Fuente leeft zijn leven in ‘the fast lane’, oftewel in een waanzinnig tempo. Er zijn weinig anderen die letterlijk en figuurlijk zo hard gaan als de succesvolle DJ. ,,Ik moet goed voor mezelf zorgen. Kan altijd nog wel een beetje beter, maar ik probeer zo goed mogelijk voor mezelf te zorgen. Ik drink geen alcohol, nooit gedaan ook. Heb nooit de behoefte gehad om daaraan te beginnen. Ik rook niet, gebruik geen drugs.
Sommige mensen hebben wat nodig om ontspannen te raken of in de juiste flow te komen: ik heb dat niet. Daarom ben ik na een show en een beetje slaap weer helemaal energyzed. Shows zorgen voor mijn natural high on life. En dan ben ik weer opgeladen voor de volgende show. Ik squash af en toe, ik zou wat meer in de sportschool mogen komen en ik wandel heel veel. Ik functioneer goed zoals ik nu ben en zoals ik me nu voel. Het is bij mij wel vaak hoe gekker hoe beter.”
Zijn houdbaarheidsdatum baart hem vooralsnog geen zorgen. ,,Ik zie mezelf straks op vijftigjarige leeftijd nog precies doen wat ik nu doe. Tot ik er dood bij neerval. Ik kan dat niet omschrijven, maar als ik op een podium sta en ik heb met mijn muziek die energiewisseling met die mensen: daar lééf ik voor. Het belangrijkste is dat je relevant blijft en aanwas houdt. Dan is welke leeftijd je ook hebt onbelangrijk.”